Magie is populair en dat heeft een reden, magie wekt!

Magie en tovenarij: is dat niet het terrein van fantasie en bijgeloof? Gaat magisch werken niet voorbij aan ons gezonde verstand? Ten tijde van de wetenschappelijke revolutie in de 18e eeuw leek magie inderdaad naar de achtergrond verdreven te zijn. We hebben het als moderne mensen van ons afgeschud, toch?

Magie is ook vandaag de dag erg populair. Het leeft meer dan ooit tevoren, en je ziet het overal om je heen. Tijd om dieper in de wereld van het magische denken te duiken en te onderzoeken hoe dit fenomeen, na de opkomst van de wetenschap, zo springlevend is gebleven.


Magie en het moderne wereldbeeld: Een historische blik

De Verlichting was een tijdvak vol baanbrekende ontdekkingen, waarin het Westen ontwaakte uit de Middeleeuwen. De kerk verloor haar invloed op de samenleving en er ontstond meer vrijheid van denken. Grote namen als Nicolaas Copernicus, René Descartes, Isaac Newton, Immanuel Kant en Charles Darwin gaven dit verlichte denken een gezicht. De visie op de wereld kantelde van een kerkelijke naar een wetenschappelijke levensbeschouwing, en dat had verstrekkende gevolgen.

De kerk had magie jarenlang verketterd en als duivels bestempeld. Maar ook in de opkomende wereld van het wetenschappelijk denken leek geen plaats voor magie en tovenarij. Toch is magie blijven voortleven in het Avondland na de Verlichting. Tot op de dag van vandaag is magisch leven springlevend! Ik denk dat dit aantoont dat de mens een diepe behoefte heeft aan zingeving en het onverklaarbare.


Nicolaas Copernicus: De aarde is niet het middelpunt

Eeuwenlang was men in het Westen ervan overtuigd dat de aarde het middelpunt van de kosmos was. In dat wereldbeeld stond de aarde stil in het centrum, omringd door zon, maan en sterren. Onder de aarde, die men zag als een enorme platte pannenkoek, bevond zich de onderwereld. Hoewel veel mensen in de Middeleeuwen al wisten dat de aarde een bol was (bron: isgeschiedenis.nl), gebood de theologie om de aarde als het middelpunt van de kosmos te beschouwen.

Nicolaas Copernicus (1473-1543) ontdekte, mede dankzij de telescoop, dat de aarde niet het middelpunt van de kosmos was. Dit ging behoorlijk tegen het zere been van de toenmalige kerk. De zon draait niet om de aarde, het is exact andersom: de aarde draait om de zon, aldus Copernicus. Dit betekende een grote omwenteling in de kosmologie, al werd het niet meteen geaccepteerd.

De kerkelijke leider die door de telescoop van Copernicus moest kijken, weigerde. Het zou een duivels apparaat zijn dat de zinnen begoochelde. Volgens de kerk was de aarde het centrum van de schepping en moest daarom wel in het middelpunt van het universum staan. Het heeft dan ook even geduurd voordat de kerk wilde accepteren dat de aarde, als schepping van God, niet in het middelpunt van het universum stond. Deze verschuiving in levensbeschouwing toonde al aan dat dogma’s moesten wijken voor nieuwe inzichten.


René Descartes: “Ik denk, dus ik ben”

Het echte ontwaken uit de Middeleeuwen wordt vaak toegeschreven aan René Descartes (1596-1650). Volgens de geschiedenisboeken begint het tijdperk van de Verlichting bij hem. Van René Descartes zijn de gevleugelde woorden “Cogito Ergo Sum” afkomstig: “Ik denk, dus ik ben.”

Descartes was één van de grote denkers die het verlichtingsdenken echt op gang bracht. Zijn visie op de wereld, hoewel nu achterhaald, was voor zijn tijd revolutionair. Zijn ideeën werden destijds als ronduit gevaarlijk gezien, en denken zoals Descartes kon je het leven kosten. Descartes is dan ook jarenlang ondergedoken geweest.

Het verhaal achter “Cogito ergo sum” is dat Descartes op een dag plaatsnam in zijn alkoof – een klein tussenkamertje – en besloot een denkexperiment te doen. Hij wilde twijfelen aan alles wat betwijfelbaar was. Zodra hij alles wat betwijfelbaar was in kaart had gebracht, zouden slechts de onbetwijfelbare zaken overblijven. Descartes wilde op zoek naar die dingen waar je absoluut zeker van kon zijn.

Met zijn denkexperiment hoopte Descartes de absolute zekerheden in het bestaan en in de wetenschap te vinden. Uiteindelijk kwam hij tot de conclusie dat alles om hem heen, de hele werkelijkheid, op de één of andere manier wel betwijfelbaar was. Alles om hem heen zou een illusie kunnen zijn, slechts een product van zijn verbeelding. Zelfs aan zijn eigen lichamelijke aanwezigheid kon Descartes twijfelen; waren zijn handen, hoofd en benen werkelijk of slechts het product van zijn voorstelling? Hierop kon hij uiteindelijk geen antwoord geven.

De hele werkelijkheid is volgens Descartes betwijfelbaar op slechts één ding na: het denken. Je kunt aan alles twijfelen, dus is er “iets dat twijfelt” en dat wel bestaat: het betwijfelen, oftewel “het denken”! Je kunt volgens Descartes het denken op geen enkele manier betwijfelen. Dat betekent dat het denken zelf de enige onbetwijfelbare werkelijkheid is. Dit bracht hem tot de conclusie: “Cogito ergo sum” ofwel “ik denk, dus ik besta”. Dit concept is van fundamenteel belang voor het Westerse wetenschappelijke denken.


Isaac Newton: De wetten van beweging

Isaac Newton (1643-1727) heeft zijn stempel op de wetenschap gedrukt door de mechanische natuurkunde een grote stap vooruit te helpen. Door drie wetten te ontwikkelen, legde Newton de basis voor de moderne mechanica. Deze wetten vormden de hoeksteen van een wetenschappelijke benadering van de fysieke wereld.

  1. De wet van de traagheid (of inertie): Volgens Newton geldt dat wanneer een voorwerp beweegt en er wordt geen kracht op uitgeoefend, de beweging na verloop van tijd zal stoppen. Stel je geeft een slinger aan het rad van fortuin; het begint te draaien. Als je er vervolgens niet weer een slinger aan geeft, draait het rad telkens langzamer tot het stilstaat. Newton ontwikkelde formules om deze vertragende kracht te berekenen.
  2. De hoofdwet van de moderne mechanica: Deze wet houdt in dat de verandering van beweging van een voorwerp gelijk is aan de kracht die op het voorwerp werkt. Met andere woorden: wie een deuk in een pakje boter slaat, kan na bestudering van deze deuk precies zien hoe hard hij of zij geslagen heeft.
  3. De wet van actie = reactie: Dit betekent dat wanneer er kracht op een voorwerp wordt uitgeoefend, dit voorwerp een reactie zal vertonen in een rechte lijn met deze kracht. Wanneer je tegen een koffiekopje op tafel duwt, verschuift de koffiekop in de richting waarin je duwt. Hoe harder je duwt, hoe sterker de verschuiving.

Newtons werk legde de basis voor een mechanisch wereldbeeld, waarin alles volgens voorspelbare wetten functioneerde. Dit had een enorme invloed op hoe de wetenschap naar de wereld keek, en creëerde een omgeving waarin magie steeds minder een plek leek te hebben.


Immanuel Kant: Rede als leidraad

Immanuel Kant (1724-1804) wordt gezien als één van de grootste denkers die de Verlichting heeft voortgebracht, althans binnen de filosofie. Tot dan toe waren alle wetenschappen ondergeschikt geweest aan de kerk. Theologie werd tijdens de Middeleeuwen en ook daarna nog gezien als de moeder van alle wetenschappen. Wanneer een wetenschapper een uitspraak deed over zijn vakgebied, dan werd deze uitspraak door de kerk, oftewel door de theologie, getoetst. Kon de uitspraak de toets van de kerk niet doorstaan, dan werd zij verworpen.

Immanuel Kant plaatste de filosofie en eigenlijk de hele wetenschap op de plaats waar zij hoort. Filosofische gedachten hoeven in de filosofie niet anders getoetst te worden dan door de redelijkheid of het denken zelf. Niet de kerk, niet een ideologie, maar de gedachte zelf dient kloppend en goed te zijn. Datzelfde geldt voor alle wetenschappen. Wetenschap is voor waarheidsvinding alleen verantwoording schuldig aan de wetenschappen zelf. De filosofie van Kant had tot gevolg dat de wetenschap grote sprongen voorwaarts kon maken, los van dogmatische levensbeschouwingen. Dit opende de deuren voor een objectievere benadering van kennis.


Charles Darwin: De evolutie van het leven

Een van de belangrijkste revoluties van de negentiende eeuw heeft plaatsgevonden in de biologie. Charles Darwin (1809-1882) ontdekte dat de wereld veel ouder moest zijn dan de pakweg 4500 jaren die men tot dan toe op basis van Bijbelse berekeningen had uitgerekend. Aan de hand van dierenresten constateerde Darwin dat er diersoorten moesten zijn uitgestorven. Tijdens een wereldreis verzamelde Darwin botten van veel diersoorten. Soms waren die botten afkomstig van dieren die al uitgestorven moesten zijn, omdat ze al heel erg lang niet meer op aarde waren gezien. Dat raadsel heeft Darwin opgelost. Sommige dieren waren uitgestorven en andere diersoorten hadden zich ontwikkeld. In de theorie van Darwin is de natuur voortdurend onderhevig aan verandering en ontwikkeling. Langzaam ontwikkelde Darwin de theorie van evolutie.

Darwin kwam er dus achter dat soorten uitstierven, maar ook dat er soorten bijkomen. Hij kwam zelfs tot de conclusie dat mens en dier een gemeenschappelijke voorouder moesten hebben. In de media werd dit uitgelegd alsof Darwin beweerde dat mensen van apen zouden afstammen. Dat is een botte misvatting die door veel mensen werd (en nog steeds wordt) gebruikt om Darwin belachelijk te maken. Een goed verstaander weet dat de zin “een gemeenschappelijke voorouder voor mens en dier” genuanceerder uitgelegd moet worden. Veel belangrijker is dat Darwin een theorie heeft ontwikkeld die een heel andere verklaring voor het ontstaan van leven biedt dan het tot dan toe gebruikelijke scheppingsverhaal. Volgens de theorie van Darwin is het leven ontstaan door ontwikkeling. Plotseling was daar een theorie waarin je tot de conclusie moest komen dat het leven ook zonder de actieve scheppingsdaden van God tot stand kon komen. Dit had een diepgaande impact op de levensbeschouwing van velen en versterkte de positie van de wetenschap als bron van kennis.


Het moderne denken in het kort: Een verschuiving van perspectief

De grote denkers van de Verlichting hebben de manier waarop we naar de wereld kijken fundamenteel veranderd:

  • Nicolaas Copernicus verdreef de aarde uit het middelpunt van het universum.
  • René Descartes en Immanuel Kant stelden dat niet de theologie, maar het denken en onderzoeken zelf de maatstaf zijn voor kennis en wetenschap.
  • Charles Darwin ontdekte dat het leven op aarde kan zijn ontstaan zonder de directe scheppingsdaden van God, wat een nieuwe dimensie gaf aan onze levensbeschouwing.

Maar werkt magie dan wel echt? De confrontatie met wetenschap

De wetenschap heeft de visie op de hele werkelijkheid sterk veranderd. In deze werkelijkheid, die uitgaat van wat zichtbaar, tastbaar en toetsbaar is, lijkt voor een onderwerp zoals magie geen plaats te zijn.

Magie vergt een ogenschijnlijk andere manier van denken dan het wetenschappelijke denken. De werking van een magisch ritueel is op een wetenschappelijke manier niet toetsbaar of te testen. Je kunt wetenschappelijk de magische regendans van een natuurvolk bestuderen. Je kunt dan wetenschappelijk de conclusie trekken dat de dansers nadien moe zijn. Of de dans echt voor regen zorgt, is langs wetenschappelijke weg niet te bewijzen. Als er al regen verschijnt, dan kan dat ook toevallig zijn. Er zal immers ook wel eens een bui vallen, ook als er niet voor regen wordt gedanst. Een direct verband tussen de regen en regendans is er in wetenschappelijke zin niet.

Dit betekent echter niet dat magie nonsens is. Magie begeeft zich namelijk op een heel ander terrein dan de wetenschap. Magie is een gebied van beleving en ervaring. Dat is iets heel anders dan het terrein van wetenschappelijk zichtbaar, tastbaar en toetsbaar. Naar mijn mening is magie een onderdeel van het mysterie dat leven heet, en raakt het aan de diepere lagen van onze spirituele en emotionele wereld.

Geen wetenschapper heeft tot vandaag “het leven” in een lichaam kunnen vinden. Het leven zelf is geen orgaan of substantie die je kunt zien. Toch twijfelt niemand met enig gezond verstand aan het bestaan ervan. Hetzelfde geldt voor gedachten. Niemand twijfelt aan het bestaan van gedachten. Je kunt zelfs lichamelijke activiteit waarnemen bij gedachten, zoals hersenactiviteit of gespannen spieren bij nare gedachten. Maar niemand heeft tot vandaag de gedachte zelf in een mens kunnen vinden. Dit illustreert dat niet alles wat bestaat, direct waarneembaar is.


Verklaringen voor magie: Meer dan alleen het zichtbare

Moeten we magie dan maar aannemen zoals we het bestaan van leven en het bestaan van gedachten aannemen? Leven is concreet en tastbaar om ons heen, en wat magie betreft… dat ligt wel even anders. Laten we eens kijken naar mogelijke verklaringen.

De spirituele en religieuze verklaring voor magie

De spirituele en religieuze verklaring voor magie is de meest ongrijpbare. Het aanroepen van bijvoorbeeld de vier elementen of een godheid is niet te meten en onmogelijk te bewijzen. Toch valt er wel iets voor te zeggen, vooral vanuit een levensbeschouwelijke invalshoek.

De Amerikaanse filosoof en psycholoog William James (1842-1910) heeft onderzoek gedaan naar religieuze ervaringen. Hij stelde dat de religieuze ervaringen die sommige mensen hebben van grote invloed zijn op hun leven. De ervaring zelf is voor anderen niet te meten en de ervaring kan ook niet nagebootst worden. Eén ding kan wel worden vastgesteld: een religieuze ervaring is voor degene die deze ervaring ondergaat, net zo concreet en reëel als iedere andere ervaring. Dit betekent dat de beleving van bijvoorbeeld een ritueel concreet en echt is voor degene die het ritueel uitvoert. Het is dus vooral een persoonlijke beleving! Deze beleving kan ook bij magie een belangrijke rol spelen, en geeft vaak invulling aan een diepere spirituele behoefte.


De psychologische verklaring: Focus en structuur

Magie is een bezigheid waarbij concentratie en focus samengaan met het uitvoeren van rituele handelingen. Het doel van een magisch ritueel is meestal belangrijk, en in elk geval belangrijk genoeg om er een ritueel voor te houden. Door regelmatig rituelen uit te voeren, creëer je momenten waarop je jezelf helemaal toelegt op het doel van dit ritueel. Veel rituelen worden van tijd tot tijd en op gepaste momenten uitgevoerd.

Vanuit psychologisch perspectief kan orde en structuur, samen met de focus op een bepaald doel, zeer effectief zijn. Het gestructureerd oefenen in gefocust zijn maakt dat je ook buiten de rituelen gerichter wordt op dit doel. Rituelen ordenen bovendien de tijd, omdat magische rituelen vaak op gepaste momenten worden gedaan. Dit alles zorgt ervoor dat mensen die regelmatig magische rituelen uitvoeren, meer structuur en regelmaat ervaren. Veel magische rituelen hebben als doel om stil te staan bij belangrijke momenten in het jaar, zoals het begin van de lente, de zonnewende, het begin van de herfst en de midwinternacht. Bewuster met tijd leven en van tijd tot tijd stilstaan bij belangrijke momenten in het leven werkt voor veel mensen zingevend. Dit draagt bij aan een betere levensbeschouwing.

Mensen die vaak magische rituelen uitvoeren, ervaren minder sleur in de dagelijkse gang van zaken. Deze mensen gaan effectiever met hun tijd om en kunnen hun leven beter plannen. Magie is in deze verklaring niets meer dan je leven (nog) beter op orde brengen en daardoor meer en bewuster sturing op het leven krijgen. Dit is een pragmatische benadering van magie die deels overlapt met de principes van personal coaching.


De wetenschappelijke verklaring: Kwantumfysica en waarneming

Nee, een eenduidige wetenschappelijke verklaring voor magie is (nog) niet gegeven. Er worden echter onderzoeken op andere terreinen gedaan die ook hun licht op het thema magie laten schijnen.

De tijd vanaf de Verlichting, waarin het wetenschappelijk denken wordt bepaald door actie is reactie en de wetten van de mechanica (zoals geformuleerd door Isaac Newton), is nog steeds belangrijk. Wetenschappelijk denken is sinds de Verlichting vooral wetmatig denken. Toch komt er in de loop van de twintigste eeuw ook een ander wetenschappelijk denken op. In de kwantumfysica verschuiven de klassieke wetten van de mechanica naar de achtergrond. Men gaat in de kwantumfysica niet meer uit van wetmatigheden, maar van mogelijkheden. In de kwantumfysica spreekt men bij proeven niet meer van uitkomsten, maar van mogelijke uitkomsten. Dit opent de deur naar een meer genuanceerde wetenschappelijke levensbeschouwing.

De wetenschap, en vooral de natuurkunde, komt steeds meer tot de ontdekking dat onze werkelijkheid zeker minder vast in elkaar steekt dan we altijd dachten. Onderzoek naar de kleinste deeltjes van materie toont zelfs aan dat onze waarneming de werkelijkheid beïnvloedt. En dat laatste is opzienbarend!

Steeds meer komen we erachter dat onze realiteit een geconstrueerde realiteit is die we zelf mede vormgeven. De moderne fysica geeft zeker geen directe verklaring voor magie. Wat ze wel ontdekt is, dat onze werkelijkheid een stuk magischer is dan we langs de weg van de klassieke mechanische natuurkunde ooit konden vermoeden. Voor wie er interesse in heeft: er is een inmiddels wat gedateerde, maar uitstekende speelfilm/documentaire over uitgebracht, genaamd “What the Bleep Do We Know!?”. In deze film word je op een toegankelijke manier meegenomen in de wereld van de moderne fysica, een wereld waarin wetenschap en spiritualiteit steeds meer verweven raken.


Magie werkt! Conclusie en take-away

Verklaring of geen verklaring voor magie? Mensen werken sinds mensenheugenis met magie en zullen dat ook altijd blijven doen. Een belangrijke reden hiervoor is dat mensen de magische rituelen die ze uitvoeren als zinvol ervaren. Dit raakt direct aan de diepste menselijke behoeften en onze levensbeschouwing.

Zelfs de magie die je in romans en moderne speelfilms tegenkomt, werkt op die manier. De kijker wordt meegenomen in een verhaal en de beleving van een andere, door filmmakers gecreëerde werkelijkheid. Dat de magische rituelen die je in het dagelijks leven uitvoert anders werken, spreekt voor zich. Iedereen weet dat de magie in de films over Koning Arthur, Frodo Balings, Harry Potter en Foeksia de Miniheks niet werkt in de huiskamer, op het schoolplein of op de werkvloer. Pagina’s uit een leesboek en verhalen op het witte filmdoek horen zich dan ook te onderscheiden van de dagelijkse gang der dingen. Meegenomen worden door een boek is tenslotte een andere reis dan meegenomen worden door de trein.

Magie werkt en is verrassend concreet. Naar mijn mening is magie als het ware de motor achter ons handelen, de drijfveer achter onze intenties. Misschien is het helemaal niet zo verwonderlijk dat magie populairder is dan ooit tevoren. Dat mensen werken met magie en het als zinvol ervaren, is reden genoeg. Wanneer de magie die je toepast ook nog positief bijdraagt aan jouw leven, dan is de cirkel rond. Dit is waar mijn werk als tarotcoach perfect bij aansluit: ik help je met praktische tools om deze innerlijke magie in te zetten voor een zinvoller en bewuster leven.

Persoonlijk denk ik dat we magie helemaal niet hoeven te verklaren. De moderne wereld is een ‘onttoverde’ wereld in de zin dat veel verklaard kan worden door de wetenschap. De wetenschap heeft haar eigen, in mijn ogen schitterende, werkgebied. Het werkterrein van de magie is een ander. De moderne wereld waarin we steeds meer kunnen verklaren, vervult tenslotte niet iedere menselijke behoefte. Magie is een gebied van de ervaring en beleving en streeft niet naar verklaring, maar naar zingeving. Laten we magie alsjeblieft een beetje betoverend houden!

Denk hier eens over na: “Wat je overweegt, raak je aan. Waar je in je verbeelding op ingaat, daar maak je jezelf één mee.” – Dion Fortune